'Tot desselfs playsier en gebruyk'
De gemene gronden
Buiten de particuliere grondbezitters waren al in 1329 grote delen gemene gronden ofwel ‘woeste grond’ bestemd voor gemeenschappelijk gebruik door de bevolking. Deze gronden werden onder andere gebruikt als heide voor het hoeden van schapen, voor het winnen van leem of het steken van turf. Hiervoor golden regels en er was beheer en toezicht. Deze gronden mochten niet verkocht worden. Alleen de Staten Generaal (na 1648) had het recht om tot verkoop te beslissen en deed dit alleen als een dorp in ernstige financiële nood verkeerde. Maar de drossaert en schepenen in Tilburg en Goirle hadden toch een vernuftige maar ontoelaatbare oplossing gevonden om particulieren met toestemming een specifiek stukje grond zonder betaling in gebruik te laten nemen. Daar werd al jaren veel gebruik van gemaakt. Zo werd ook bovengenoemd verzoek van Willem van Hessen-Kassel om ruim 50 hectare voor zijn warande aan hem cadeau te geven nog dezelfde dag door drost en schepenen gehonoreerd. De plaatselijke bevolking was daardoor deze gemeenschappelijke oppervlakte definitief kwijt en dat viel uiteraard niet in goede aarde. Daar is tientallen jaren later nog veel gedoe over geweest.
Het ontwerp
Wie het ontwerp voor de Tilburgse warande van Willem gemaakt heeft is niet bekend maar het past in de toenmalige smaak van vorstenhuizen. De Franse zonnekoning Lodewijk XIV (1638-1715) zette de toon in Europa met de ontwikkeling van zijn paleis en tuinen in Versailles. Hij had André Le Nôtre (1613-1700) voor het ontwerp van zijn tuinen in dienst genomen. Dominantie van symmetrie en regelmatigheid paste in de filosofie van de absolute vorst die alles en zelfs de natuur onderwierp aan zijn almacht. Willem van Hessen-Kassel kende dat van zijn thuis. Zijn vader, landgraaf Carl, was een kunstminnaar die zijn Karlsaue Garten in Kassel had laten aanleggen naar de ideeën van Le Nôtre. Willem had ook het Franse hof bezocht en in zijn omzwervingen als legeraanvoerder veel gezien.
Tuin en warande
Het verschil tussen paleis- of kasteeltuinen en een warande of sterrenbos is het overzicht, de grootte en de ligging. De tuinen horen bij een paleis waar vanaf het bordes de schoonheid van de geometrie te zien is. Het sterrenbos geeft geen overzicht en is zeker bij de warande van Willem meer een doolhof, mede door de verschillende patronen van elk van de vier kwartieren. In tuinen wandel je; in een sterrenbos kun je jagen en ook als ruiter te paard rijden. Zeker als cavalerist moet Willem dit voor ogen gehad hebben. Dat verklaart wellicht waarom de warande zo groot moest zijn.
Aanleg en gebruik
Nu de grond geregeld was moest het plan om een warande aan te leggen nog uitgevoerd worden. Voor het grondwerk, aanleg en de beplanting was geld nodig. Willem van Hessen-Kassel slaagde er in om duizend gulden te lenen tegen vier procent rente. Als onderpand werden de heerlijkheid, zijn persoon en zijn goederen ingezet. Willem stelde Jan van Leeuwen aan als zijn hovenier om zijn plan uit te voeren en de warande daarna te onderhouden. De werkzaamheden konden beginnen. In 1715 was ook de vijver gegraven en de grond afgevoerd. De warande was toen voor het grootste deel voltooid.
Particulier bezit
De warande werd beschouwd als particulier bezit van Willem. Burgers mochten daar niet komen. Op beschadiging stond een forse boete van drie gulden. Het padenpatroon was niet algemeen bekend en tot op heden is het oorspronkelijke ontwerp niet teruggevonden. Wellicht werd dit door Willem geheim gehouden om zijn gasten te zien verdwalen bij het bezoek aan dit wonderlijke lanenstelsel. Wat Willem hier allemaal heeft uitgespookt is nooit duidelijk geworden.
Plattegrond wordt bekend
Pas nadat Willem van Hessen-Kassel zijn heerlijkheid in 1754 verkocht aan Gijsbertus graaf van Hogendorp van Hofwegen kwam er meer duidelijkheid. Die liet namelijk door Diederik Zijnen in 1760 een enorme kaart maken van zijn heerlijkheid om daarmee te pronken in zijn kasteel van Tilburg. Daarop was voor het eerst het padenpatroon van de warande te zien. Van Hogendorp zelf was verrukt van de schoonheid van de warande. Voor de jacht liet hij daarom een ‘Nieuwe Warande’ aanleggen in Berkel-Enschot. Daarmee ontstond ook de naam ‘Oude Warande’.
Toegankelijk voor iedereen
Eeuwenlang is de Oude Warande particulier bezit geweest. In 1952 heeft de gemeente Tilburg het landgoed aangekocht. Daarna is het zoveel mogelijk in oude luister hersteld en nu biedt het ‘playsier en gebruyk’ voor iedereen. De schoonheid van de Oude Warande wordt nu gewaardeerd en het is aangewezen als gemeentelijk monument.
Bron: Dit artikel werd geschreven door Ton Goossens